Behandelen van hart- en longproblemen
Marjolein den Toom en Frank van Steenbeek vragen uw hulp bij hun onderzoek naar de genetische achtergrond van aangeboren hartaandoeningen bij honden.
Lees meer over het onderzoek
Het vakgebied van cardiologie en pulmonologie omvat het onderzoek en de behandeling van hart- en longproblemen bij honden en katten.
Een cardioloog is een dierenarts die zich volledig heeft toegelegd op de diagnose en behandeling van hartziekten bij hond en kat. Door zich toe te leggen op maar één deel van het lichaam; het hart en de longen, kan een cardioloog zich verdiepen in alle achtergronden en nieuwste inzichten van hart- en longziektes bij honden en katten. Een cardioloog heeft na zijn of haar opleiding tot dierenarts ook nog een drie- tot vijfjarige vervolgopleiding gevolgd en heeft die opleiding afgesloten met een Europees specialistenexamen. In Nederland is er maar een paar dierenartsen die een opleiding tot cardioloog met succes hebben afgerond.
Uw dierenarts verwijst uw hond of kat naar de specialist. Hiervoor stuurt hij/zij een verwijsbrief en de relevante informatie vanuit het dossier van uw huisdier. Na beoordeling van deze informatie kan de specialist beoordelen welk type afspraak en nader onderzoek het meest waarschijnlijk nodig zal zijn.
Bij de afspraak zal eerst uitgebreid met u over het dossier gesproken worden, evt. extra vragen worden gesteld en zal uw huisdier onderzocht worden. Hierna zal een plan van aanpak aan u worden voorgesteld. Het plan van aanpak kan sterk variëren en hangt af van de klachten van uw dier en uw wensen.
Problemen waarvoor naar ons verwezen kan worden zijn onder andere:
Soms is er direct na het consult al een duidelijk beeld van wat er aan de hand kan zijn en wordt een advies en/of medicatie mee gegeven. Echter, in de meeste gevallen is eerst nader onderzoek nodig.
De meest voorkomende aanvullende onderzoeken zijn:
We kunnen o.a. de volgende behandelingen aanbieden:
Hartkatherisaties:
Screening van het hart houdt in dat er naar het hart gekeken wordt zonder dat het dier symptomen vertoont en er geen aanwijzingen zijn voor een hartprobleem. Het doel van screening is om een ziekte die regelmatig voorkomt (binnen een bepaalde diersoort en ras) in een vroegtijdig stadium op te sporen. Screening wordt dus vaak uitgevoerd bij dieren die ingezet worden voor de fok, om zo de kans op het doorgeven van een (aangeboren of verkregen) genetische hartaandoening zo klein mogelijk te maken.
Screening lijkt wellicht makkelijk, maar is eigenlijk een van de moeilijkste onderdelen van ons vakgebied aangezien we juist vaak zoeken naar een milde variant/het beginstadium van de ziekte. Om het onderscheid tussen “normale variatie binnen het ras” versus “beginnend hartproblematiek” te kunnen maken is naast kennis van en ervaring met echocardiografie en andere onderzoekstechnieken vooral ook een gedegen kennis van de achtergronden van hartziekte en de verschillende (ras specifieke) varianten van hartziekte van groot belang.
Daarnaast is het soms nodig om andere oorzaken voor de gevonden afwijkingen tijdens het de echo van het hart uit te sluiten of aanvullende onderzoeken uit te voeren in geval van twijfel over de diagnose. Er hangt namelijk nogal wat af van de uitslag van het onderzoek, zowel voor de fokker, de eigenaar en de dierenarts, maar ook voor het dier zelf natuurlijk. Is de diagnose eenmaal duidelijk, dan hoort daarbij vanzelfsprekend de nodige toelichting over eventuele controles, behandelingen en de vooruitzichten van het dier in kwestie. Ook kan de cardioloog u begeleiden in het verdere fokbeleid.
Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen. Daarom wordt er veel onderzoek gedaan naar het ontstaan van hartziekte, verbeteren van de diagnose van hartziekte en de behandeling en de preventie van hartziekte. Indien in binnen uw rasvereniging graag advies wilt over het meest ideale screeningsprotocol voor uw ras dan helpt Marjolein den Toom u graag meedenken hierover. Naast het echocardiografisch onderzoek zijn er nl. evt. extra mogelijkheden (zoals bloedonderzoek of Holter-ECG-onderzoek).
Ook voor genetisch onderzoek bent u aan het juiste adres. Marjolein den Toom verricht nl. onderzoek naar de genetische mutaties die voor hartafwijkingen zorgen. Dit doet ze in samenwerking met geneticus Frank van Steenbeek van de faculteit diergeneeskunde van Utrecht en het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren. De screeningsuitslag en eventueel aanvullend onderzoek van uw dier kan de wetenschap en de gezondheid van uw ras vooruithelpen, alleen met uw toestemming natuurlijk.
Bij honden wordt er zowel op verkregen hartaandoening (zoals Dilaterende cardiomyopathie (DCM) en myxomateuze klepdegeneratie van de mitraalkleppen) als aangeboren hartaandoeningen gescreend (zoals aorta-en pulmonaalstenose en mitraalklepdysplasie).
Katten worden alleen gescreend op verkregen aandoeningen van de hartspier. De veruit meest voorkomende ziekte van de hartspier is Hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Zeldzamer zijn andere vormen van een cardiomyopathie (zoals restrictieve- of dilaterende cardiomyopathie (RCM, DCM) of aritmogene rechterventrikel cardiomyopathie (ARVC).
Download, vul in en print hier het screeningsformulier van Pawpeds
Voor meer informatie of het maken van een afspraak voor een hartscreening kunt u contact opnemen via de mail: info@edz-nieuwegein.nl. Een verwijzing van uw dierenarts is niet nodig.
We vragen u met een nuchtere hond of kat te komen. Dit houdt in dat uw dier +/- 12 uur voorafgaande aan de afspraak niet meer mag eten. Drinken mag altijd. Alleen in het geval van hele jonge dieren maken we een uitzondering; pups en kittens zijn namelijk gevoeliger voor het ontwikkelen van een te laag suikergehalte in het bloed. Daarom mag u pups en kittens jonger dan 5 maanden nog licht verteerbare vloeibare voeding geven vanaf 12 uur tot 4 uur voorafgaande aan de afspraak. Hierna mogen de pups en kittens ook alleen nog water drinken.
Als uw huisdier medicijnen krijgt, mag u deze gewoon blijven toedienen volgens de voorschriften van uw dierenarts. In verband met het nuchter zijn is het echter wel belangrijk dat als u medicatie toedient binnen de 12 uur voorafgaand aan het consult u dit zonder voedsel toedient (dus ook niet met een stukje vlees/kaas of iets dergelijks). Indien u twijfelt over wel of niet toedienen van medicatie kunt u het beste even overleggen met ons hierover.
Menu
Cookies helpen ons jou de beste gebruikservaring te bieden. Lees meer.
Onze website maakt gebruik van cookies om jou van andere gebruikers op de website te onderscheiden. Hiermee kunnen we jou een goede gebruikservaring op de website bieden en deze blijven optimaliseren. Bekijk ons cookiebeleid.
We gebruiken drie verschillende cookietypes op onze website. Je voorkeur kan je hieronder aangeven.
Deze cookies zijn nodig om de website te laten werken. Zij worden altijd geplaatst.